Schildluis in de sierteelt
-
Overgang van chemisch naar biologisch mogelijk?
Vanuit de sierteelt krijgen we steeds vaker de vraag of er naast chemisch ingrijpen ook een biologische aanpak mogelijk is om plaaginsecten te bestrijden. Eén van de redenen is het verdwijnen van chemie, waardoor kwekers gedwongen worden om op zoek te gaan naar goede alternatieven. In de teelt van Cymbidium is schildluis één van de lastigste plagen om onder controle te houden. Dat gebeurt tot nu toe vrijwel uitsluitend chemisch en vaak moet er meerdere keren per jaar worden ingegrepen om de planten niet helemaal ‘onder te laten lopen’. Met behulp van twee Cymbidium kwekerijen hebben wij een manier gevonden om schildluis in sierteelt succesvol biologisch te bestrijden.
Eerste proeven met biologische bestrijders: LINDIX en SCALEX
In 2016 zijn we gevraagd naar de mogelijkheden om schildluis in Cymbidium biologisch aan te pakken. We zijn op twee kwekerijen (Bac Orchids en Ben van der Kooij Orchids) een proef gestart met het inzetten van natuurlijke vijanden. Het doel was om in de praktijk te onderzoeken welke soorten het meest geschikt zijn. We zagen we dat er op één van de kwekerijen twee soorten schildluis voorkwamen op Cymbidium: Diaspis schildluis (Diaspis boisduvalli) en de oleanderschildluis (Aspidiotis nerii). Op beide locaties hebben we daarom natuurlijke vijanden speciaal tegen schildluis ingezet: de roofkevers LINDIX en CHILIX en de sluipwespen SCALEX-Ec en SCALEX-Am. We begonnen met een tweewekelijkse introductie van natuurlijke vijanden waarbij een vijftal herhalingen zijn toegepast.
-
Vestiging van roofkevers en sluipwespen
Na de derde introductie waren er nog maar weinig aanwijzingen dat één van de uitgezette natuurlijke vijanden gevestigd zou zijn. Wel vonden we op dat moment vraatsporen van de uitgezette LINDIX kevertjes. Pas na de vierde introductie, zo’n zeven weken na de eerste introductie, bleek er sprake van vestiging en waren er erg veel larven en kevertjes te vinden. Ook zagen we vestiging van uitgezette sluipwespen op de oleanderschildluis op beide kwekerijen. Met name SCALEX-Ec was goed gevestigd op de oleanderschildluis en in mindere mate vonden we ook vestiging van SCALEX-Am.
Aanvulling met rooftrips KARNYOTHRIPS
Naast de kevers LINDIX en CHILIX en de sluipwespen SCALEX-Ec en SCALEX-Am, is ook de rooftrips KARNYOTHRIPS uitgezet. Deze tripssoort is geen specialist in het opruimen van schildluis, maar vestigt zich aan de voet van de plant en leeft daar van allerlei insecten en mijten. In geval van Cymbidium kruipen ze tussen de bulben en vinden we ze regelmatig terug achter de schutbladeren van de bulben. Op deze plek in de plant vinden we meestal haarden van schildluis. Terwijl deze nauwe ruimtes voor kevertjes niet goed toegankelijk is, kan KARNYOTHRIPS hier wel bij.
Veelbelovende resultaten
De resultaten in 2017 waren veelbelovend en in 2018 heeft Dico Bac (Bac Orchids) de stap genomen om op zijn kwekerij volop biologische bestrijding in te gaan zetten om de schildluis onder controle te krijgen.
-
Er is toen vanaf half februari gestart met het wekelijks introduceren van LINDIX, KARNYOTHRIPS en beide soorten sluipwespen. In de zomer van 2018 was het een vrij lange periode erg warm. Toen liet LINDIX het wat afweten. Bij temperaturen van 35 graden of hoger is deze roofkever niet erg actief meer. Hierdoor kwam de schildluis weer opzetten, maar na de warme periode pikte LINDIX de bestrijding weer op en kwam de schildluis weer onder controle. Hieruit blijkt dat LINDIX juist in de koelere maanden erg goed presteert.
Overgang naar biologische teelt
In 2019 bleek LINDIX zich goed gevestigd te hebben en was verdere introductie niet meer nodig. Er is dat jaar niet meer chemisch ingegrepen om de schildluis te bestrijden. Op de kwekerij van Gertjan Bac (Bac Orchids), waar tot dan toe vooral chemisch werd ingegrepen om schildluis te controleren, is eind 2019 besloten om ook biologisch te gaan telen. Er bleek door het uitwisselen van planten met zijn broer Dico al vestiging van LINDIX en sluipwespen te zijn, en we hoefden dan ook niet veel extra uit te zetten om ook op dit deel van de kwekerij de schildluisaantasting onder controle te krijgen.
Biologische bestrijding schildluis succesvol!
Aan dit voorbeeld is goed te zien dat ook lastige plagen zoals schildluis goed onder controle gehouden kunnen worden met biologische bestrijding. Dico en Gertjan Bac zijn erg tevreden met de overstap naar biologische bestrijding en willen niet meer terug naar de oude aanpak.
Propylea in de praktijk
-
Larven van lieveheersbeestjes ruimen bladluis op.
Voor de bestrijding van bladluis zijn er veel natuurlijke vijanden die ingezet kunnen worden. Een van de meest gebruikte bestrijders is het tweestippelig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata). Dit inheemse lieveheersbeestje wordt veel ingezet om bladluis in laanbomen aan te pakken, maar ook onder glas kun je ze gebruiken om bladluis onder controle te houden. Aangezien ze in korte tijd veel bladluizen op kunnen ruimen, kun je ze het beste inzetten wanneer de plaagdruk hoog is. Over het algemeen worden de larven van dit lieveheersbeestje uitgezet omdat de volwassen kevertjes de neiging hebben om de kas weer uit te vliegen.
Spontane “invlieger”.
Het kan echter ook omgekeerd. Enkele jaren geleden kregen we een tip van een biologische paprikateler waar regelmatig Adalia-larven werden uitgezet. In de zomer was er spontaan een lieveheersbeestjessoort de kas in gevlogen die zich enthousiast op de bladluispopulatie stortte.
-
Het bleek dat dit lieveheersbeestje zich goed kan vestigen in de kas: half augustus zaten er bij deze kweker heel veel lieveheersbeestjes in de kas. Op dat moment hebben we wat van de kevertjes kunnen verzamelen om onderzoek te doen. Het bleek te gaan om het veertienstippelig lieveheersbeestje (Propylea quatuordecimpunctata). Dit is een inheems lieveheersbeestje dat je in heel Nederland kunt vinden.
Kweek van de 14-stip.
We hebben een methode ontwikkeld om het 14-stippelig lieveheersbeestje te kweken. Daardoor kunnen we sinds enkele jaren PROPYLEA leveren aan meerdere kwekers. Met name in de biologische paprikateelt voegen telers PROPYLEA nu standaard toe aan het arsenaal van natuurlijke vijanden om te bladluispopulaties onder controle te houden. Zo ook bij Groenland Biologische Groentekwekerij van Ron van Dijk, die biologische aubergines, paprika’s en tomaten produceert voor de afzet naar diverse Europese landen en de Verenigde Staten.
-
Toepassing PROPYLEA in de praktijk.
De volwassen exemplaren van PROPYLEA kun je het beste al vroeg in het seizoen (eind februari – half april) uitzetten. Doorgaans is het dan niet nodig om gedurende het seizoen extra kevers uit te zetten. De ervaring leert dat PROPYLEA zich goed weet te vestigen en eitjes gaat leggen zodra er bladluis te vinden is in het gewas. Ook wanneer de bladluis onder controle is blijven de lieveheersbeestjes aanwezig in de kas. Als de bladluispopulatie weer toeneemt zien we namelijk dat PROPYLEA weer ‘opduikt’ en de bladluis aanpakt.
De vestiging van PROPYLEA in de groentekassen is een mooi voorbeeld van een systeem dat zichzelf in stand houdt, om zo ieder jaar opnieuw de bladluispopulatie onder controle te houden.
De Orchideeën Hoeve
-
Biologische bestrijding in nieuwe vlindertuin.
In 2008 vroeg de Orchideeën Hoeve aan Entocare om de biologische bestrijding op te zetten in de nieuwe vlindertuin die ze dat jaar aan wilden leggen in Luttelgeest. Deze ‘nieuwe’ tuin werd onderdeel van de Orchideeën Hoeve waar al jaren een aantal tropische tuinen te bezichtigen waren.
Chemie en publiek gaan niet samen.
De bestrijding van schadelijke insecten en mijten verliep tot dan toe chemisch en aangezien de tuinen overdag zijn opengesteld voor publiek moesten de bespuitingen in de avonduren worden gedaan. Met de komst van de vlindertuin was een chemische aanpak niet mogelijk omdat de vlinders dan niet zouden overleven.
Biologische aanpak heeft de toekomst.
De aanpak van de meeste plagen verliep redelijk voorspoedig. Daarom was men er na een jaar van overtuigd dat deze aanpak de toekomst zou zijn. In de jaren daarna hebben we de plagen in de andere tuinen ook biologisch aangepakt. Steeds meer dieren deden hun intrede in de verschillende tuinen en sinds een paar jaar is de Orchideeën Hoeve niet alleen een tropische plantentuin maar ook dierentuin.
-
Zwevend bloemenspektakel.
In 2016 is de spectaculaire “Zwevende” Bloementuin geopend. Een bloemenspektakel in een serre waar meer dan 1400 hanging baskets boven je hoofd ‘zweven’. Jaarrond zijn hier zomerbloeiers te zien en het is zeker in de winter een hele uitdaging om juist dan ook bloemen te kunnen tonen.
Startproblemen
Ook in deze tuin bestrijden we de plagen biologisch en dat is een enorme uitdaging gebleken. Zeker in het eerste jaar na de opening was de bestrijding niet optimaal. Vooral bladluis en wittevlieg zorgden in de lente tot aan het begin van de zomer voor grote problemen en is er een paar keer gecorrigeerd met chemie. Uiteraard worden dan middelen gebruikt die goed te combineren zijn met biologie. Geparasiteerde bladluizen worden zo gespaard zodat er toch sluipwespen blijven uitkomen en de bladluispopulatie krijgt zo een flinke klap (knockdown-effect). Kort na het corrigeren worden er weer natuurlijke vijanden uitgezet om de bladluispopulatie dan beter te controleren.
-
Residu belemmert biologische bestrijding.
Later in het seizoen ging de bestrijding ook beter en in juli zagen we een ‘omslag’ en waren de plagen redelijk onder controle. Vaak zien we in nieuwe situaties dat plagen haast niet onder controle te houden zijn en een mogelijke oorzaak is dat er op de geleverde planten nog residu van chemie aanwezig is waar de ingezette natuurlijk vijanden last van hebben. Orchideeën Hoeve kweekt inmiddels zelf de planten op voor de Zwevende Bloementuin en vervangt de planten wanneer ze te oud zijn geworden. Voordat deze planten in de Zwevende Bloementuin een plekje krijgen worden er in de opkweek al natuurlijke vijanden uitgezet zodat mogelijke plagen die hier zitten vanaf het begin worden aangepakt.
Eindresultaat is een natuurlijk evenwicht.
Zo’n diverse omgeving als de Orchideeën Hoeve vormt een mooie uitdaging voor de biologische bestrijding. Het duurt even voor de populatie van natuurlijke vijanden is opgebouwd, maar uiteindelijk is er sprake van een natuurlijk evenwicht.