De volwassen tripsen zijn geel tot lichtbruin van kleur, 0,8 tot 1,3 mm lang en 0,15 mm breed. Het vrouwtje heeft relatief grote, rode tot purperen ogen. De kleur van de vleugels is lichtbruin met twee donkerbruine banden, één bij de basis van de vleugels en één halverwege de vleugels. De poten zijn licht van kleur, antennen licht met donkere banden. Jonge stadia zijn licht geel tot licht oranje van kleur en ongevleugeld.

Schade en verspreiding Orchideeëntrips

De orchideeëntrips leeft voornamelijk op bladeren en in knoppen. Het is een weinig beweeglijke soort die graag op een verscholen plek zit, onder een steunblaadje, tussen blaadjes. Eitjes worden in het blad gelegd. De jonge tripsen blijven na uitkomen in de buurt, ze verspreiden zich nauwelijks. Als gevolg daarvan zitten ze veelal in clusters. Volwassen tripsen en jonge tripsen voeden zich op blad en in knoppen. Hun vraat wordt zichtbaar als een soort roestvlekken, bronsverkleuring. Aangetaste knoppen groeien vervormd uit. De orchideeëntrips geeft vooral cosmetische schade. Virusoverdracht door de soort is niet bekend.