De Duponcheliamot is een nachtvlinder uit de familie van de grasmotten. Volwassen motten zijn rond de 20 mm groot en licht- tot donkerbruin van kleur. Kenmerkend is het achterlijf dat bijna loodrecht omhoog staat. De eieren worden langs de nerf aan de onder- of bovenkant van bladeren afgezet, afzonderlijk of in kleine groepjes meestal in het onderste gedeelte van de plant. Een vrouwtje kan ongeveer 250 eitjes leggen die rood zijn en ovaal van vorm. De rupsen komen na ruim een week uit en groeien in vier weken tot zo’n 2 tot 3 centimeter lengte voor ze verpoppen. De pop, die in een cocon zit die is gemaakt van grond, komt na een ruime week uit. De imago leeft daarna weer zo’n 10 dagen. Er is vermoedelijk geen diapauze. Duponchelia geeft de voorkeur aan een verscholen leefwijze en een hoge luchtvochtigheid.

Schade en verspreiding Duponchelia mot

De rupsen leven verscholen aan de voet van de plant. Ze vreten van de wortels waardoor de planten verwelken en afsterven. Ook stengels en bladeren worden aangevreten. Iets oudere rupsen boren gaten in de stengel waardoor de plant gevoeliger wordt voor schimmelinfecties.